Vakgebieden / stoornissen

 

Slikken

Slikken is een ingewikkelde beweging waarbij minstens 40 spieren zijn betrokken. We slikken zonder erbij na te denken. Zelfs buiten de maaltijden om slikken we een paar maal per minuut.

Slikproblemen kunnen  plotseling ontstaan door een beroerte, gebitsproblemen, ongeluk of operatie. Ook het geleidelijk ontstaan ervan is mogelijk, bijvoorbeeld bij de ziekte van Parkinson, MS, een spierziekte of dementie. De logopedist kan helpen met het aanleren van een nieuwe sliktechniek, helpen de mondfuncties te verbeteren, alternatieve drinkbekers en andere hulpmiddelen aanbieden of afbouwen van sondevoeding.

Ook bij heel jonge kinderen kunnen er problemen in de mond voorkomen bij zuigen, slikken en kauwen. Dit heet prelogopedie. De logopedist zorgt dat deze mondfuncties zich ontwikkelen en herstellen.

Bron: www.logopedie.nl en http://www.zorg-waard.nl/folders/slikken-en-slikproblemen/


Stem/adem

Bij een stoornis van de stem, een stemstoornis, is er een afwijkende klank van de stem aanwezig. Een stemstoornis kan bij de uitoefening van een beroep of in het sociale verkeer problemen opleveren.

Een stemstoornis kan zowel door organische als niet-organische (ook wel functionele) afwijkingen veroorzaakt worden. Voorbeelden van organische afwijkingen zijn stembandknobbeltjes, stembandpoliepen, oedeem van Reinke of laryngitis. Een functionele afwijking houdt het verkeerd stemgebruik in (te hoog of te laag spreken, schreeuwen, fluisteren, etc.) . Afhankelijk van het soort stemprobleem kan de logopedist stemhygiënische adviezen en/of stemtherapie geven die tot stemverbetering kunnen leiden.

Ademproblemen komen vaak voor in combinatie met stemproblemen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van hyperventilatie, CARA of astma / COPD. De logopedist geeft u een adem- /stemtraining waardoor u de stem weer beter gaat leren gebruiken tijdens spreken en/of zingen.

Bron: http://www.ieder1stem.nl/pdfs/folder_kenjestem.pdf

 

Spraak

Spraak is het vermogen om gedachten, waarnemingen en informatie aan anderen over te dragen door middel van hoorbare gearticuleerde klanken en woorden. Door het verkeerd uitspreken van een letter (of combinaties ervan) krijgen woorden een andere betekenis. De spraak kan moeilijk verstaanbaar zijn omwille van een stoornis in de spierspanning en/of de coördinatie van de spieren.

Onder spraak kunnen de volgende stoornissen vallen:

  • Dysartrie na een hersenbloeding (CVA)
  • Afwijkende mondgewoonten zoals; mondademen, afwijkend slikken, duim- of vingerzuigen
  • Onvloeiendheden
  • Dyspraxie/apraxie
  • Onduidelijke spraak
  • Articulatieproblemen
  • Nasaliteitsstoornissen, zoals bij een gehemeltespleet (schisis)
  • Neurologische spraakstoornis, zoals bij de ziekte van Parkinson
  • Broddelen
  • Stotteren
  • Vertraagde spraakontwikkeling

 Bron: Van Dale, http://www.depraatmaatgroep.nl/logopedie/spraak

 

Taal

Goed kunnen communiceren is nodig als je contact wilt maken. Taal is onmisbaar om informatie uit te wisselen. Gedachten (een idee of een plan) ontstaan in de hersenen. Er is taal nodig om die gedachten over te brengen naar iemand anders of om te kunnen verwijzen naar zaken in de werkelijkheid. Als je de taal niet of onvoldoende beheerst, dan ben je beperkt in je mogelijkheid om met anderen te communiceren. Taalproblemen kunnen voorkomen bij zowel kinderen als volwassenen. De taalproblemen uiten zich in problemen met taalbegrip, zinsbouw/grammatica, woordenschat en/of taalgebruik. Taalproblemen kunnen bijvoorbeeld optreden t.g.v neurologische problematiek als spierziekte, dementie of afasie. Daarnaast kan er sprake zijn van een taalachterstand ten gevolge van een algemene ontwikkelingsachterstand. 

Onder taal kunnen de volgende stoornissen vallen:

  • Afasie na een hersenbloeding (CVA) of hersentrauma
  • Communicatiestoornissen door een verstandelijke beperking of dementie
  • Dyslexie
  • Taalontwikkelingsprobleem

 Bron: www.logopedie.nl 

 

Gehoor

Logopedie en gehoor gaat over slechthorendheid, doofheid en auditieve verwerkingsproblemen bij kinderen en volwassenen.

Bij slechthorendheid kun je de spraak nog redelijk verstaan. Bij doofheid is het verstaan van spraak niet meer mogelijk. Bij auditieve verwerkingsproblemen is het gehoor goed, maar geeft de verwerking van de spraak problemen.

Gehoor is een belangrijk element in het proces van communiceren. Wanneer het gehoor niet optimaal werkt, zijn er andere instrumenten nodig om toch goed te kunnen communiceren. Dit vraagt om aandacht en aanpassing van zowel de niet/slechthorende als de horende.

Onder gehoor kunnen de volgende stoornissen vallen:

  • aangeboren slechthorendheid of doofheid
  • auditieve verwerkingsproblemen
  • revalidatie na plaatsing Cochleair Implantaat (CI)
  • verworven slechthorendheid of plotsdoofheid

Bron: www.gehoor.logopedie.nl